Het verschil leren tussen links en rechts is voor veel kinderen een struikelblok. Maar met deze simpele trucjes kan je je kind helpen.
De meest gebruikte en effectieve vorm om je kind het verschil tussen links en recht te leren is om een (arm)bandje om een hand te doen, en benoem dat als links of rechts (net aan welke kant het bandje zit). Heeft jouw kind al een voorkeurshand met schrijven of tekenen? Doe de band dan om die arm. Zo pak je meteen twee ezelbruggetjes in één klap.
Bijvoorbeeld; je kind heeft een voorkeurshand voor links. Doe de (arm)band dan aan de linkerhand. Je benoemt deze kant steeds links of linker. Bedenk hierbij wat opdrachten (lees hiervoor verder).
Maak ook de vergelijking met de schrijf/teken hand naar welke kant zit de armband? Zo wordt de overstap naar links en rechts zonder armband automatisch gemaakt. U kind heeft dan geen band meer nodig omdat het zijn voorkeurskant altijd bij zich heeft.
Waarom leer ik mijn kind links en rechts aan?
In ons dagelijks leven binnen in huis, buiten op straat, op het werk of in de tuin gebruiken wij elke dag links en rechts. Meestal niet bewust omdat de meeste volwassenen dit ongemerkt toepassen. De één heeft het geautomatiseerd en de ander gebruikt trucjes.
We gebruiken het in het verkeer, als we lezen (wij lezen van links naar rechts), als we iets aanduiden( een plek of plaats) et cetera. Als je je hiervan bewust bent, ontdek je hoe vaak we de richtingen links/linker of rechts/rechter gebruiken. Het is dan ook een heel handig stuk taalgereedschap. En logisch dat wij onze kinderen deze basisvaardigheden moeten aanleren.
Als zij naar groep 3 gaan en leren lezen en werken in boeken en schriften, hebben zij deze vaardigheid nodig.
Als je kind zelf zijn/haar schoenen wilt aantrekken, stellen ze vaak de bekende vraag: “Hoe om moeten ze”?
Kinderen gaan het steeds vaker gebruiken elke dag. Een mooie leeftijd om hiermee te beginnen zijn de kleuters (4/5 jaar). Heb je al iets oudere kinderen die het lastig vinden? Probeer dan ook de volgende tips.
De meest voorkomende manieren om links en rechts te onthouden.
Als je kind aangeeft dat het zover is om de begrippen links en rechts te willen weten, kan je proberen de volgende trucjes met ze te doen.
- Doe een (arm)bandje om aan een kant. Dit kan ook een zweetband zijn of een stukje wol. Net wat je in huis hebt liggen.
- Je voorkeurshand is……? Denk als je het nodig hebt, aan je schrijfhand.
- Leg je handen plat op tafel. Zie aan je linkerhand de hoofdletter L van links.
- Zet een hoofdletter L op je linkerhand en de R op je rechterhand.
Nu kan je gaan oefenen!
Hoe kun je dit samen oefenen?
Een manier vinden om een kant te onthouden zoals hierboven staat beschreven, is de eerste stap. Nu gaan we ermee oefenen, dat is wat het effectief maakt. Hieronder staan een aantal tips om uit te proberen. Heb je zelf ook een goede suggestie, deel deze dan met ons via het contact formulier.
Schoenenspel
Zet 4 paar schoenen op de juiste manier neer. Er staan nu 8 schoenen op een rij instap klaar. Linkerkant, rechterkant. Je kan de schoenen van je vader en van je moeder pakken en pak schoenen van jezelf. Of pak schoenen van je broertje of zusje, als die er zijn. Het hoeven geen schoenen te zijn, het kunnen ook laarzen, pantoffels of slippers zijn.
Zet nu dezelfde paren naast elkaar. Kijk dan naar de kanten. Staan de schoenen allemaal goed om zodat je ze aan kan trekken? Of lijken er een paar op bananen voeten? Als dit lukt, maak de opdracht iets moeilijker door twee verschillende schoenen naast elkaar te zetten op juiste links/rechts volgorde.
Wandelen
Benoem tijdens een wandeling de richtingen. Zeg bij elke splitsing: “Nu gaan we rechts of naar links”. Als je dit een aantal keer gedaan hebt, laat dan je kind de afslagen benoemen. Als je tijd hebt en het niet uitmaakt waar je uitkomt met je wandeling, laat je kind dan de weg kiezen door te bepalen of jullie rechts of links gaan. Klopt de richting met de genoemde term? Welke kant gaan we dan op? Laat je kind voorgaan of laat je kind ernaar wijzen. Als je een eindje hebt gewandeld, laat je kind dan de weg naar huis vinden op dezelfde manier.
Links en rechts met een raadspel
Ra ra…… Welk voorwerp bedoel ik? Bijvoorbeeld: Het is groen en ligt links bovenop de kast. Ra ra wat ligt daar? Het ligt op een stoel aan de rechterkant van het raam? Ra ra wat ligt daar? Welk huisnummer heeft het huis links naast de kastanjeboom als je ervoor staat?
Handen/voetenpad
Maak een voeten/handenpad. Teken de omtrek van je kind zijn/haar hand en voet om op een vel papier. Knip deze uit. Zorg voor ongeveer 10 handen en voeten en maak nu op de vloer een handen/voetenpad. Laat je kind deze de eerste keer volgen zonder iets te benoemen. Zo oefen je de balans en richting gevoel. Leg de handen en voeten wel vast met plakband op de vloer.
Daarna benoem je elke keer de richting van de stappen die je kind maakt. En daarna laat je je kind alles zelf benoemen. Kijk wel of dit lukt en help waar nodig is.
Tip! Speel ook eens Twister! samen. Je linker voet op blauw, en je rechter hand op geel. Hiermee kan je op een hele leuke manier oefenen wat links en rechts is.
Verhalen van ouders in de praktijk
Touwtjes worden lintjes
Een waargebeurd succes verhaal van een moeder en haar dochter.
Mijn dochter Tinka wilde het verschil tussen links en rechts leren. Ik had een touwbandje om haar rechterarm gemaakt. Dit werkte voor haar die dag erg goed totdat ze buiten ging spelen en het bandje verloor. Weer een nieuw bandje gemaakt maar ook deze raakte ze kwijt.
Ze wilde geen armband meer om maar wel weten wat links en rechts was. Zelf kwam ze toen op het idee om een strik in haar haren te doen. Het werd een roze lint die aan de rechterkant werd ingevlochten.
Bij de links/rechts opdrachten zag ik haar steeds voelen aan haar strik. Totdat ze niet meer voelde en toch de juiste kant wist te benoemen. Ze heeft nog drie dagen met de strik geslapen en daarna werd de strik weer een sieraad voor haar haar in plaats van een houvast. Ze had het lint niet meer nodig.
Links en rechts met sokkenpret
Dit succesverhaal komt uit de praktijk vanuit mijn eigen klas. De namen zijn fictief.
In de klas komt Nick binnen. Hij heeft twee verschillende kleuren sokken aan. In de kring laat hij vol trots zijn sokken zien.
Ik heb twee andere sokken aan want de rode sok moet aan dit been blijven. Hij laat een stilte vallen terwijl hij zijn broekspijp optilt en vol trots zijn sokken laat zien. Waarom doe je dat? vraagt een ander kind. Nou zo weet ik wat links en rechts is, antwoordt Nick.
De Rode sok begint met de R van rechts. Dus dan is de andere sok links.
Nick heeft een hiermee een trend gezet want wat voor leerkracht zal ik zijn, als ik hier natuurlijk niet meteen op inhaak.
De hele week hebben we toen in het kader van links en rechts gezet. En in de klas liepen er veel kinderen rond met twee verschillende sokken aan. Iedereen had een Rode sok aan de rechterkant. Na een paar dagen hadden de kinderen ontdekt dat Roze ook met een R begint. Dus toen kwamen er rode en roze sokken aan de rechterkant. Het werkte heel stimulerend en effectief.
Stickers plakken
Dit is een waargebeurd verhaal vertelt door de ouders van Mira.
Mira is een nieuwsgierig en eigenzinnig kind. Zij lost graag zelf haar probleempjes op en gebruikt veel fantasie. Op een dag kwam ze terug van een kinderfeestje, uitgelaten en enthousiast. Ze waren een schat gaan zoeken met een schatkaart. Op deze manier was ze in aanraking gekomen met de termen links en rechts. Dat vond ze lastig. Maar hulp wilde ze niet, ze kon het zelf.
Ze bedacht een plan met stickers. De blauwe stickers voor rechts en de gele voor links.
Het hele huis werd volgeplakt. De kasten, het raam, de stoelen, de tafel, de ogen van de knuffels en zelfs haar broertje moest eraan geloven. Zo nu weet ik wat links en rechts is, zegt ze. Ze laat mij het zien. De gele kleur is links en de blauwe is rechts. Elk object wat een sticker heeft, gaan we af. Het lijkt te kloppen totdat we bij de eettafel aankomen.
Zij benoemt de kleuren met de richting en ik vraag haar om nu aan de andere kant van de tafel te gaan staan. De verwarring werd heel groot. Hoe kan dit nou? Waarom klopt het niet meer? Maar Mira is een echte doorzetter. Ze begon de stickers weg te halen. Terwijl ze dat deed, zegt ze hardop de woorden links of rechts. Het was alsof ze alles controleerde. Doordat ze dit deed, heeft ze ongemerkt geoefend en ook al klopte haar uitvoering niet, aan het einde van alle stickers wist zij links en rechts te benoemen.
Het maakt niet uit hoe je het doet, we gebruiken links en rechts elke dag. Het is een handig middel voor je kind als het deze vaardigheid beheerst. Kinderen in de leeftijd 5/6 jaar willen op een gegeven moment rechts en links leren. Heb jij ook een leuk voorbeeld verhaal of een leuke tip om te delen? Stuur ons je verhaal of idee op via het contact formulier en wie weet wordt jou verhaal of tip op de website erbij gezet.
0 reacties