Wat is fijne motoriek?
Fijne motoriek, ook wel kleine motoriek genoemd, is het ontwikkelen van de kleinere, fijnere bewegingen van de armen, handen en vingers. Daar is een goede oog-handcoördinatie voor nodig. Denk hierbij aan schrijven, knutselen, kleien en prikken. Fijn motorische vaardigheden ontwikkelt elk kind op zijn eigen tempo. Deze ontwikkeling kan extra gestimuleerd worden door middel van verschillende oefeningen. De kleine motoriek wordt dagelijks gebruikt. Denk hierbij aan ritsen en knopen dichtmaken, veters strikken, knoppen indrukken van bijvoorbeeld de afstandsbediening, brood smeren etc. Het is dus handig dat wij als ouders, onze kinderen daarmee laten oefenen.
Het is vooral heel erg belangrijk dat je kind plezier en succes ervaart tijdens de (knutsel)activiteit. Een succeservaring geeft een kind zelfvertrouwen waardoor hij blijft oefenen en meerdere activiteiten en materialen gaat uitproberen en gebruiken. Hieronder staan een aantal knutsel voorbeelden die je thuis meteen kan toepassen en die je misschien zelf op nog veel meer ideeën brengt om met je kind te oefenen.
De fijne motoriek oefenen door met je vingers te trommelen (vanaf 1,5 jaar)
Om vingers soepel te maken en je vingers afzonderlijk van elkaar kan bewegen, trommel eens met alle vingers op de tafel of grond. Dit kan je elke dag eigenlijk overal doen. Onderweg naar school, achter op de fiets, in de auto, in huis overal waar je bent kan je trommelen met je vingers. Zo maak je je vingers soepel zodat je deze makkelijker kan gebruiken voor de kleine, fijne motoriek.
Scheuren oefent de fijne motoriek (vanaf 2 jaar)
Scheuren van kosteloos papier is een succesformule bij kinderen. Begin eerst gewoon met het scheuren zelf. Je zal zien dat je dan grote stukken krijgt. probeer dan eens steeds kleinere stukjes te scheuren. En als dit ook lekker gaat, probeer dan eens bochten te maken. De laatste stap kan dan figuren uit scheuren zijn. Maar dan hebben we het wel al over kleuters. Probeer ook te variëren met het papier en karton. maak van alle gescheurde stukjes eens een leuk plakwerkje.
Met je vingers door klei en brooddeeg stimuleert de kleine motoriek (vanaf 2 jaar)
Klei is er ook in allerlei soorten en maten. Omdat jonge kinderen nog niet zoveel kracht in hun handen hebben, is het belangrijk dat de klei niet te hard is, zodat ze het makkelijk kunnen vormen. Je kunt ervoor kiezen om klei te kopen die je vaker kunt gebruiken of om zelf brooddeeg te maken. Op het internet kan je vele recepten hiervoor vinden. Brooddeeg is zacht en soepel zo kan je kind snel leren kneden.
Werken met klei of brooddeeg vraagt wel wat van de fijne motoriek. Begin voor jonge kinderen met het kneden van de klei. Ook dat is goed voor de ontwikkeling; voelen, kneden, duwen, enz. Om het resultaat er ook nog leuk uit te laten zien zijn er ook losse oogjes, handjes, voetjes, te koop die je zo in de klei kunt steken om er een poppetje van te maken. Klei samen met je kind. Voordoen, samen doen, nadoen zorgt ervoor dat je kind sneller dingen oppikt. Bouw op in techniek. Begin met het verkennen van klei, ontdek wat je er mee kunt doen. Probeer samen uit wat lukt. Kun je al een slang maken? Of een balletje? Hoe kleiner je gaat werken, hoe moeilijker het word.
Zand spelen ontwikkelt de fijne motoriek (vanaf 2 jaar)
Met je vingers in het zand is een heerlijke ontspannen motoriek oefening. Dit kan buiten op het strand of in de zandbak maar ook binnen in een bak met zand. Maak dan mooie zandtekeningen en patronen of afdrukken. Voeg ook eens een beetje water toe om te voelen en te laten zien wat voor ander effect dit heeft. Kinderen moeten dan harder duwen om een lijn te maken. Zijn ze kleuters en erg bezig met hun eigen naam en mamma of pappa te willen schrijven, schrijf dit dan voor op een groot stuk papier en laat je kind dit namaken in het zand. Klopt het niet helemaal, even lekker door het zand woelen en nog een keer proberen.
Weven is een priegelwerkje en uitstekend voor de kleine motoriek (Vanaf 4 jaar)
Heb je nog ergens lapjes liggen of oude kleding die weg kan, knip deze dan in stroken. Maak van karton een weefraam. Knip een vierkant of rechthoek van karton. Aan de zijkanten maak je korte inkepingen. Aan beide kanten en recht tegenover elkaar. Dan met wol of ander dun draad, wikkel je tussen de inkepingen in om en om. Maak de uiteinde stevig vast op de achterkant. Zo maak je een weefraam. Nu kan je kind de lappen stof gaan weven. Onder het draad door en er overheen en weer onder door en zo verder. De tweede strook begint contra. Dus het draad eroverheen en dan er onderdoor. Als je kind deze techniek in de vingers hebt, kan je ook leren weven met fijnere en dunnere materialen.
Een potlood hanteren oefent de vaardigheid voor de fijne motoriek (vanaf 4 jaar)
Twee van de meest gebruikte activiteiten om fijne motoriek te stimuleren zijn kleuren en tekenen. Bijna iedereen met kinderen heeft thuis wel een kleurplaat of een leeg vel papier liggen en doosje stiften of kleurpotloden. Of misschien heb je wel stoepkrijt, ga dan samen naar buiten.
- Probeer eens samen met je kind een kleurplaat in te kleuren. Jonge kinderen spiegelen wat ze zien bij hun ouders. Laat zien hoe jij een potlood vasthoudt.
- Vertel waar je op let als je kleurt: goed naar de lijntjes kijken, zorgen dat je het hele vakje vult met kleur, enz.
- Maak je tekening of kunstwerk voor iemand anders. Stuur de tekening dan ook op en schrijf een stukje tekst erbij zoals: voor oma, liefs ………….
- Ontdek samen verschillende materialen. Wat gebeurt er als je harder/zachter op je potlood drukt? Kun je potlood en stift door elkaar gebruiken?
- Werk met twee handen tegelijk. Neem in iedere hand een potlood en maak verschillende bewegingen. Van onder naar boven en andersom, ronde bewegingen, krullen.
- Laat je kind vormen omtrekken met potlood. Bijvoorbeeld een beker of een bordje of zijn eigen hand. Het omtrekken van een vorm is een goede oefening.
Vouwwerkjes ontwikkelen de kleine motoriek (vanaf 4 jaar)
Voor kleuters is vouwen vaak nog best moeilijk. Daarom is dit ook zeker een goede activiteit om thuis te oefenen. Ook hierbij wordt een groot beroep gedaan op de oog-handcoördinatie van het kind. Er moeten verschillende handelingen worden uitgevoerd en dat vraagt een goede concentratie en een nauwkeurige werkhouding.
- Begin met een makkelijk vouwwerk. Dat zijn de werkjes waarbij je enkel een rechte of schuine vouw in het papier maakt. Ook daarvan kun je al een kunstwerkje maken. Vouw een papier met een rechte vouw door het midden, teken er een paar wielen onder en je hebt een vrachtauto. Of maak een schuine vouw, teken er een snavel en pootjes aan en je hebt een kuikentje.
- Realiseer je dat het voor een kind lastig kan zijn om de puntjes precies op elkaar te krijgen. Hebben ze net dat ene puntje goed liggen, schuift dat andere puntje weer weg. In het begin kan het daarom handig zijn als je een van de puntjes vasthoudt.
- Leer je kind aan om met de top van de wijsvinger over de vouw te wrijven om de vouw scherp te maken. Je kunt ook laten zien dat er een lijn op het papier ontstaat als je goed vouwt. Hoe harder je de vouw aandrukt, hoe beter je de lijn kunt zien.
Kralen rijgen is een goede oefening voor de fijne motoriek (vanaf 4 jaar)
Het rijgen van kralen geeft snel resultaat, is op meerdere niveaus uit te voeren en zeer geschikt voor een werkje tussendoor om de fijne motoriek te oefenen.
Zorg voor eerst grotere kralen, rijg deze aan een stevig touw. Help je kind om aan de eerste kraal een knoop te maken zodat de kralen er niet afglijden. Zo is een armband of ketting snel gemaakt. Als ze deze techniek doorhebben, kan je gaan variëren door met kleinere kralen te werken of met pijperagdraad leuke kleine beestjes maken. Zie foto. De beschrijving van deze worm kan je vinden in ons kriebelbeestjes werkboek.
Buiten spelen en de fijne motoriek (vanaf 4 jaar)
Speel fijn buiten met je kind. Coördinatiespellen voor de oog-handcoördinatie met ballen, ballonnen, stoepkrijt of zand. Buiten zijn er veel mogelijkheden om de kleine motoriek te oefenen. Zoals:
- Spelen met grote ballen waarbij het kind twee handen nodig heeft om het vast te houden, te gooien en te vangen.
- Stuiteren met een bal, waarbij de handen worden afgewisseld.
- Handklapspelletjes voor het ritmisch bewegen en patronen die herhaald worden.
- Zorg voor stoepkrijt voor mooie muur/stoep tekeningen
- Of in de zandbak om mee te kneden, voelen en creëren.
- Zoek eens een tak en bladeren. in plaats van kralen, rijg je de bladeren aan de tak.
Bovenstaand zijn een aantal ideeën die jou op weg kunnen helpen om samen met je kind de fijne/kleine motoriek te ontwikkeling. Heb jezelf ook een werkzame tip, deel deze met ons via het contactformulier. Dan zetten wij het op de site erbij en delen we dit weer met andere ouders. Veel plezier!
0 reacties