Fantaseren met je kind is een fantastische vorm van interactie. Het is eindeloos en tijdloos. Bij jonge kinderen, tot ongeveer 6 jaar, is de grens tussen werkelijkheid en fantasie nog niet geheel ontwikkeld. De mogelijkheden zijn ook nog grenzeloos. En deze eigenschap kan je stimuleren met de onderstaande tips.
De fantasie-ontwikkeling zorgt voor oplossingen in het denkvermogen, empathievermogen en “out of the box” denken. Het helpt je kind te leren denken in mogelijkheden.
In dit artikel vind je 13 ideeën om aan de gang te gaan met je kind.
1. Sta eens in de schoenen van een ander
Speel en praat eens met je kind wat je kind zou doen als hij/zij een………………………………… was.
Als je een piraat was dan……………… Als je een piraat was, wat zou je dan doen op een dag? Wat voor avontuur zou je beleven vandaag? Wie heb je allemaal ontmoet? Welke obstakels ben je tegen gekomen?
Als je een brandweerman was dan………………………
Als je een kat was dan………………………
Als je een ridder was dan………………….
Bovenstaande zijn uiteraard voorbeelden. Je kan hier eindeloos mee variëren. Laat je kind zelf ook een personage bedenken. Dit kan je dan gaan uitbreiden door allebei een karakter te kiezen en samen hele avonturen beleven in jullie eigen verhaal.
2. Wie woont er achter deze deur?
Ben je aan het wandelen of onderweg en de kinderen zijn mee, kijk dan eens rond in de omgeving. Zie je bijvoorbeeld een woning met een gele deur of een grappige deurbel, stel dan de vraag; Wie woont er achter die gele deur? Is het een man of vrouw of een wonen er alleen maar dieren of buitenaardse wezen. Wat zullen ze aan het doen zijn en hoe heten die karakters achter die gele deur? Van wie zijn deze klompen?
Zie je niet echt bruikbare details dan kan je dit spel ook met huisnummers doen. Wie woont er op nummer vier?
3. Wie woont er in de paddenstoel?
Voor jonge kinderen in de leeftijd 3-5 jaar, kan je de vraag stellen:” Wie woont er in de paddenstoel”? In de tuin of het park of in het bos vind je fantastische natuurwonderen om met je kind te fantaseren. Maak van de paddenstoelen een heel kabouterdorp. Wat doen kabouters? Wat eten kabouters? Hoe heten de kabouters? etc.
Zo creëren jullie een fantastisch verhaal wat ook de taalontwikkeling ten goede komt.
Ditzelfde kan je natuurlijk ook met elfenbankjes doen en waterlelies of eikelmannetjes. In de natuur liggen talloze fantasie verhalen voor het oprapen.
4. Fantasie en de maan
Soms kan je de maan ook overdag zien. Laten we er naar toe wandelen. Hoe komen we daar? Wat hebben we nodig? En als we daar zijn aangekomen, wat gaan we dan doen? Hoe zal de maan eruit zien? Komen we anderen tegen? Dit zijn een aantal vragen die je kan gebruiken als richtlijn om met je kind te fantaseren.
5. Fantasie en kleurplaten
Laat je kind een kleurplaat uitkiezen. Print deze twee keer uit of kopieer de kleurplaat als je een tekening uit een kleurboek hebt. kleur nu de éne kleurplaat realistisch in en de andere mag juist niets echt zijn. Bijvoorbeeld; kleurplaat 1 heeft groen gras, kleurplaat 2 heeft paars gras. Leg de kleurplaten naast elkaar als ze klaar zijn.
6. Voorlezen met open einde
Je kind voorlezen is altijd een gezellig moment. Pak een (prenten)boek welke jou kind nog niet kent. Lees dit verhaal voor tot het midden. Kijk zelf even voor een goed moment in het boek. Laat nu je kind het verhaal zelf verder bedenken. Lees daarna of de volgende dag het boek uit. Zijn er overeenkomsten met het door jouw kind bedachte einde?
7. Fantasie en superkrachten
Stel je eens voor dat jij een superkracht bezit. Wat is dan jouw kracht en wat kan je er allemaal mee doen? Zal je je kracht elke dag gebruiken en hebben je vader en moeder en de rest van de familie ook superkrachten?
8. Fantasietaal
Bedenk een taal waarmee je kan communiceren met andere karakters in een verhaal. Je kan helemaal nieuwe niet bestaande woorden verzinnen en dan afspreken wat deze woorden betekenen. Bijvoorbeeld: klirttjsenke = goedemorgen
Of dat je aan bestaande woorden een andere betekenis geeft. Bijvoorbeeld: We gaan slapen = Het is tijd om op pad te gaan.
Je kan ook cijfers koppelen aan woorden bijvoorbeeld: 1116 = aap
Op deze manieren kan je je eigen (code) taal verzinnen.
9. Knuffels
In de tijd dat jou kind op school zit of naar de opvang is, komen de knuffels tot leven en beleven samen avonturen (zoals in Toy Story). Om je kind eens andere vragen te stellen dan, “Hoe was het op school?”, kan je de vraag stellen: Wat denk je dat jouw knuffels of poppen vandaag hebben beleefd? Voor de ene kind gaat dit makkelijker dan voor de ander. Maar door deze vraag vaker te stellen, prikkel je de fantasie.
10. De oude boom vertelt
Zoek in je omgeving eens een oude boom op. Ga bij de boom staan en kijk goed om je heen. Kijk eens hoeveel mensen er langs lopen, hoeveel vogels er uitrusten op een tak, of er een kat in zit en bekijk wat er allemaal gebeurt in de omgeving. Stel je dan eens voor dat die boom er misschien wel 100 jaar staat. Wat heeft deze boom allemaal gezien en meegemaakt. Stel je voor dat jij de mond bent van de boom en vertel alle verhalen van wat de boom gezien heeft al die jaren.
11. Vreemde vogel
Dit is een knutselopdracht. Deze opdracht kan je alleen doen maar het is gezelliger om samen met iemand te doen. Neem allebei een vogel in gedachten. Bijvoorbeeld een roodborstje of een struisvogel. Elke vogelsoort is goed. Bedenk dan elk ongeveer twee kenmerken van jou vogel. bijvoorbeeld; Het roodborstje heeft een rode borst en een struisvogel lange poten. Maak nu jullie eigen vogelsoort waarin die vier kenmerken samen komen. Je kan van alles gebruiken; papier, verf, hout, kosteloos materiaal etc. Jullie hebben nu je eigen nieuwe vreemde vogelsoort gecreëerd. Bedenk een naam bij deze vreemde vogel.
12. Fantasie en het slakkenhuis
Hoe ziet een slakkenhuis er van binnen uit? Wat zal er binnen in een slakkenhuis gebeuren als de slak zich in zijn huisje terugtrekt.? Maak je eigen slakken droomhuis. Gebruik je fantasie. Zijn er binnenin misschien glijbanen of is er een roltrap om van boven naar beneden te komen. Bedenk welke vorm het slakkenhuis heeft. Je kan hier tijdens een wandeling over praten of je ontwerpt een mooie tekening van jou slakkenhuis of je maakt er een kijkdoos van (neem voor meer ideeën voor een kijkdoos eens een kijkje in dit artikel: 12 thema’s voor een kijkdoos, wat kan er allemaal in?).
13. Fantasie en de zwevende ballon
Blaas eens een ballon op of vraag hulp als dit niet lukt. Laat de ballon los in de tuin of op straat.
Waar vliegt de ballon naar toe? Wie komt de ballon onderweg tegen? Zal er iemand zijn die de ballon pakt? Wie is dat dan? Of blijft de ballon ergens vasthaken in een boom, wie maakt de ballon dan los en zweeft de ballon dan verder? Waar zal de ballon uiteindelijk terecht komen? Als het mag van je ouders kan je een briefje met je naam en een telefoonnummer eraan hangen. Misschien neemt iemand dan wel contact op als hij/zij de ballon vindt. Zo kan je luchtpost ontvangen uit een hele onverwachte hoek.
Wil je jou fantasie resultaten delen of heb je zelf een heel goed idee om de fantasie van je kind te stimuleren? Neem dan contact met ons op via het contactformulier. Dan kijken wij of we jou idee of resultaat erbij zetten.
0 reacties